Met Vlierden Kermis heeft het gilde haar jaarlijkse optrekdag met iedere drie jaar het koningschieten. De dag begint met het afhalen van de koning aan huis en daarna naar de kerk voor een Heilige mis. Met het kloppen op de deur vraagt het gilde om de kerk met slaande trom te mogen betreden. Als de pastoor de deuren opent, is het gilde welkom in de kerk. De H.mis is voor de levende en overleden leden van het gilde en voor het afdingen van een eerlijke koningverschieting. Aansluitend wordt in de kerk de eed van trouw aan het geestelijk gezag gebracht. Daarna is de koffietafel in gildehuis Thijssen. Met een vendelgroet aan de gildehuishouders als dank voor de koffietafel zal het gilde vertrekken naar de schutsboom, waar het schieten zal beginnen. Diegene, die het laatste restje van de vogel naar beneden haalt en opraapt zal zich drie jaar koning mogen noemen van het gilde.

Vaandeldrager klopt op kerkdeur
Koningschieten

Het schieten ‘om den koningh’ is omgeven met tal van gebruiken en regeltjes. Het gilde (of de tamboer) trekt driemaal rond de schietboom ten teken, dat het schieten op deze boom aanvaard wordt. De boom wordt gezegend door de pastoor en met zijn eerste schot bevrijdt hij de boom van alle kwade geesten. Daarna schiet de burgemeester namens koning(in) en vaderland. Dan volgen er de ereschoten, voordat de koning van het gilde zijn schot zal lossen. Indien de vogel blijft staan, zal hij zich moeten ontdoen van het koningszilver. Dan gaat het schieten verder onder de gildeleden in volgorde van loting.

Diegene, die de vogel opraapt, nadat hij geheel van de boom is geschoten, wil te kennen geven, dat hij de nieuwe koning van het gilde wil zijn. Echter is enkele jaren geleden afgesproken, dat alleen diegene de vogel mag rapen, die hem er ook afgeschoten heeft. De overheid van het gilde, de dekens met de hoofdman, gaat in beraad of alles naar behoren is verlopen.
Indien er geen bezwaren zijn stelt de oude deken vragen aan de toekomstige koning of hij zijn plichten als koning van het gilde zal vervullen. Hierna wast de koning zijn handen als teken, dat hij zijn taak in reinheid kan aanvaarden. Hij geeft een “zilveren stuk” aan de vrouw als dank voor haar dienst. De dekens roepen hem dan uit tot de nieuwe koning van het gilde en zal voor de komende drie jaar de opgetekende koning van het gilde zijn.

Sinds 2007 kunnen ook vrouwelijke gildeleden schieten ‘om den koningh’. Daar waar hij staat moet hij/zij worden gelezen. In dat jaar heeft het Vlierdens gilde bepaald, dat een vrouwelijke koning ook de titel koning krijgt. De titel koningin is weggelegd voor de vrouw van de koning en bij een vrouwelijke koning wordt de man van de koning aangesproken met gemaal van de koning.

Geweerschutter
Lopen Vlag

De koning wordt door de koningsknechten omhangen met het koningszilver en de koningstekens, de papegaai en het medaillon van st.Wilbert, welke dateren van respectievelijk ~1550 en ~1480.

Het eerste recht van de nieuwe koning is het lopen over het vaandel van het gilde. Dit wordt gespreid om uit te drukken als eerbetoon van het gilde aan de nieuwe koning. Het “overlopen” van het vaandel is toegestaan aan weinigen. Zo mag de nieuwe koning van het gilde slechts eenmaal over het vaandel lopen. Hierna laat de koning de wijn schenken en kan iedereen de koning komen feliciteren. De eerste vendelgroet aan de nieuwe koning zal gebracht worden voor het gildehuis, welke hij ook altijd als eerste mag betreden voor de andere gildeleden.

Niet alles kan straffeloos. Zo is het wie voor zijn beurt schiet, beboet wordt met een bedrag van € 2. Wie de vogel eraf schiet en deze niet raapt, krijgt een boete van €120. Het betreden van het gildehuis voor de koning met € 1. Ook het heffen van het glas wordt als eerste door de koning gedaan, daarna de andere gildeleden. Hierop staat ook een boete van € 1.

Het koningschap brengt rechten, maar ook plichten met zich mee. Zo heeft hij de plicht om toe te zien, dat in de broederschap de wetten waardig worden nageleefd. Ook heeft hij de plicht het koningszilver met ere te dragen, te verzorgen en te bewaren en zijn koningschap en het gilde uit te dragen. Als het gilde iets wordt aangeboden, neemt de koning het in ontvangst. Wordt er iets door het gilde aangeboden, gebeurt dit door of namens de koning. En als laatste heeft hij de plicht binnen een jaar een nieuw zilveren schild ‘aan den papagaaij’ te hangen en een koffietafel te geven aan de gildeleden. Hiermee koopt hij “zijn schuld” bij het gilde af. Aldus hebben onze voorouders het in de voorbije eeuwen opgetekend en naar gehandeld. Het oudste nog in ons bezit zijnde koningsschild is van 1682.

De regels bij het koningschieten

  • Iedereen mag schieten, mits hij lid is van het gilde en de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt.
  • Als eerste mag het geestelijk gezag schieten ter ere van de Heer en zijn dienaar St.Willibrordus.
  • Als tweede mag het burgerlijk gezag schieten ter ere van koning(in) en vaderland.
  • Daarna kunnen de dekens de beschermheer en/of -vrouwe toestaan te schieten.
  • Indien bovengenoemde personen geen lid zijn van het gilde worden zij uitgesloten om verder te schieten.
  • Indien er een keizer aanwezig is, mag deze schieten.
  • Dan mag de koning van het gilde schieten.
  • Daarna schieten de gildeleden in volgorde van loting. Diegene die voor zijn beurt schiet, zal terstond worden beboet.
  • Iedereen is gerechtigd voortijdig te stoppen.
  • Diegene, die het laatste stuk van de vogel eraf schiet, krijgt de keuze of hij hem al dan niet opraapt. Weigert deze, dan zal hij beboet worden. Daarna zal het schieten verdergaan met een nieuwe vogel zonder diegenen, die geweigerd hebben of gestopt zijn.
  • Diegene, die de vogel opraapt en aangenomen wordt door de gildeoverheid, zal binnen een jaar een zilveren schild aan de koningsvogel moeten hangen, een koffietafel geven aan de gildeleden. Hij zal drie jaar lang het koningszilver moeten verzorgen en het koningschap met al zijn verplichtingen moeten nakomen.
  • Mocht iemand tijdens het schieten iets op het hoofd krijgen, dan kan men het gilde hier niet voor aanspreken.

Het is maandagmorgen de 24ste mei in 1982. Het is nog vroeg voor de kermisgangers, maar de klokken luiden al en roepen de gildebroeders naar de heilige mis, in de eerste plaats voor de levende en overleden broeders van het gilde en deze keer ook ter bijzondere intentie voor het afdingen van een eerlijk koningschieten. Het is bij negenen en nog niet alle broeders zijn in het gildehuis. Kunnen zij soms niet wakker worden? Toch kan het gilde nog tijdig naar de kerk gaan. Een geluk is daarbij wel, dat het gildehuis naast de kerk ligt; de pastoor hoeft niet te wachten. De kerkdeuren zijn nog gesloten alsof het gilde niet verwacht wordt. De vaandeldrager klopt drie keer met de bol van het vaandel tegen de deur en dan opent de pastoor de deuren en het gilde is welkom. Er wordt een eenvoudige eucharistieviering gehouden, waarbij de gildebroeders offeren op de gildetrom voor het welzijn van de parochiekerk. Tijdens de consecratie wordt het vaandel geneigd en de trom geroerd. Na de mis stelt het gilde zich op vóór de kerk voor de eed van trouw aan pastoor van Hout. Het gilde trekt zich dan terug in het gildehuis, waar de koffietafel al klaar staat en die wordt veel eer aangedaan. Na de loting voor volgorde bij het schieten vertrekt het gilde naar de gildeakker.

De schutsboom staat hier buiten het dorp in de landerijen. Na de aankomst trekt de tamboer driemaal rond de boom ten teken dat het gilde deze boom aanvaardt voor het schieten om een nieuwe koning. De jonge-deken Peter van Otterdijk leest het reglement van het schieten voor. Dan nodigt hij pastoor van Hout uit voor een gebed ter voorkoming van onheil tijdens het schieten en voor het lossen van het eerste schot ter ere van Sint- Willibror­dus. Vervolgens schiet wethouder van Heugten, die de burgemeester ver­vangt ter ere van het vaderland. Koning André Noyen, die de titel moet verdedigen, volgt dan, maar hij mist en de titel wordt vacant. De koning wordt dan ontdaan van zijn zilver, dat onder de boom gelegd wordt. Na 139 schoten staat de vogel op vallen. Ricus Thijsen, de gildehuishouder, haalt met het 140ste schot de, vogel naar beneden en zou de vogel moeten oprapen maar hij laat hem liggen. De deken laat een nieuwe vogel opzetten en het lijkt wel of nu de strijd pas goed losbrandt. Bij het 81ste schot komt de. vogel naar beneden door een schot van Henk Venner, die de vogel niet laat liggen; hij raapt hem op en aanvaardt daarmee de titel met ere te dragen voor de komende drie jaar. Dan wast hij zijn handen, waarmee hij aangeeft dat hij zijn titel in reinheid en zonder blaam wil aanvaarden. De twee koningsknechten, de jongste broeders Marco en Johan van Cuyk, hangen hem het koningszilver om. Dan spreidt de vaandeldrager het vaan­del uit en loopt de koning over het vaandel.

Het weigeren van de vogel gebeurt hoogst zelden en ook is het nog nooit voorgekomen dat een koning zich tot keizer schoot, hoewel er in 1979 de mogelijkheid daartoe is geweest. In 1973 en 1976 schoot Frans Fransen zich tot koning, wat op zich al een zeldzaamheid is. In 1979 was André Noyen hem echter de baas en schoot hij de vogel er af, tot grote droefenis van de koning, die nu de keizerstitel aan zijn neus voorbij zag gaan.

Ook in 1957 ging het niet zoals iedereen het verwachtte. Het schieten om de koningstitel verliep wel geheel volgens de regel. Toon van Vijfeiken bleef zijn kalmte bewaren en haalde de vogel naar beneden. Het was toen nog maar 11 uur en veel te vroeg om met schieten te stoppen. Dus werd de boom neergelaten om een tweede vogel op te zetten. Maar bij het optrek­ken van de boom bezweek de oude dennenpaal en brak doormidden. Daar­mee was het gedaan met het schieten. Toon had bovendien nog een pro­bleem met hetgeen hij nu op het schild, dat hij aan het gilde moest schenken, zou laten zetten. Piet Jacobs was onderwijzer en had een school­bord, Wim van Deursen stond als molenaar in relatie met de Vlierdense molen en Nol Jacobs als kerkmeester met de Willibrordkerk. Wat moest Toon van Vijfeiken doen? Hij had geen beroep en geen hobby om voor het sieren van het schild op terug te vallen. Maar een oplossing kwam er. Toon liet vijf kloeke eikenbomen op het schild graveren. Vijf Eiken. En zo is dat schild de geschiedenis ingegaan samen met de herinnering aan het voorval: Weet je nog van toen de boom brak? Zo hebben velen een verwijzing naar hun beroep op het schild laten graveren, boer of metselaar, echter ook naar hun hobby, waartoe André Noyen besloot, Willem Meulendijks en Frans Fransen lieten hun huis op het schild graveren, Jan van Lierop een standaardruiter.